Geen enkele kandidaat is hetzelfde – iedereen heeft een eigen achtergrond en ervaring. Afhankelijk van jouw taalbeheersingsniveau, werkervaring, luistervaardigheid, notatietechniek, faalangst en opleidingsniveau, zal het verschillen hoeveel trainingen, oefentijd en zelfstudietijd je nodig hebt om goed voorbereid te zijn op jouw tolktoets.
Alle kandidaten moeten zich via hun toetsstatus in Mijn KTV inschrijven voor de hoor- en werkcolleges. Hierna krijg je toegang tot de standaard voorbereiding die iedereen nodig heeft:
- Lesmodule ‘Tolkhouding en tolkethiek’:
- Hoorcolleges. De vijf hoorcolleges beluister je thuis ter voorbereiding op de werkcolleges.
- Werkcollege (deel I). Dit is jouw eerste lesdag in Nijkerk.
- Werkcollege (deel II). Dit is jouw tweede lesdag in Nijkerk.
- Lesboek ‘Tolktechnieken en Deontologie: een praktische handleiding voor gesprekstolken’. Dit boek ontvang je tijdens werkcollege I.
- Terminologiemodule. Na werkcollege II krijg je toegang tot 17 opnames over thema’s die onderwerp van jouw tolktoets kunnen zijn en 15 Nederlandse begrippenlijsten. Hiermee ga je zelf aan de slag en de lijsten ga je vertalen.
- Studiegids. Na jouw inschrijving voor de hoorcolleges wordt de studiegids beschikbaar in jouw toetsstatus. De studiegids geeft je handvatten om te oefenen en op onderzoek uit te gaan.
- Opleidingsmap. Tijdens werkcollege I ontvang je een map waarin allerlei oefen- en trainingsmateriaal zit en kunt bewaren. In de map lees je daarnaast extra informatie over de voorbereiding op de verschillende toetsonderdelen.
- Demotoets. Nadat je werkcollege II geboekt hebt, krijg je toegang tot een voorbeeldexamen. Dit is een voorbeeld van een integrale tolktoets op C1-niveau.
Tijdens de werkcolleges krijg je persoonlijke feedback over jouw luistervaardigheid, getrouwheid van jouw vertolking en jouw tolkstijl en advies over welke aanvullende trainingen je nodig hebt om jouw vaardigheden te ontwikkelen.
Let op! Tijdens de lesmodule ‘Tolkhouding en tolkethiek’ word je alleen voorbereid op je professionele tolkhouding tijdens het toetsonderdeel ‘Gesprekstolken’. Voor à vue tolken (een tekst lezen en tegelijk tolken naar de andere taal) moet je vooral heel veel zelf oefenen (in het lesboek krijg je tips), terwijl je voor lang consecutief tolken (een voordracht van 3 minuten beluisteren en daarna tolken) echt een goede notatietechniek moet beheersen. Als je nog geen professionele tolkervaring hebt, moet je ervan uitgaan dat je de basistraining tolkvaardigheden nodig zal hebben om deze techniek aan te leren.